Sanctie onvoldoende voorafbetalingen gevoelig verhoogd

09 februari 2018 Sanctie onvoldoende voorafbetalingen gevoelig verhoogd

Sanctie onvoldoende voorafbetalingen gevoelig verhoogd

Willen vennootschappen een belastingvermeerdering vermijden, dan dienen zij voorafbetalingen te doen. Het is van groot belang dat de betrokken vennootschap de voorafbetalingen tijdig en op de juiste manier doet.
Indien dit niet juist of niet tijdig gebeurt, is de vennootschap een boete verschuldigd.
Deze voorafbetaling wordt berekend op basis van het budget van het lopen boekjaar.

Indien men niet op tijd vooraf betaalt, is men een boeterente verschuldigd. Omdat deze rente de laatste jaren erg laag is, en er een de-minimis regel bestaat waarbij een verhoging van minder dan € 80 niet betaald moest worden, kreeg de overheid een serieus cashflow-probleem. Om bedrijven te stimuleren om toch vooraf te betalen, is er een nieuwe regeling ingevoerd betreffende de belastingvermeerdering.

De basisrentevoet voor de berekening van de belastingvermeerdering wanneer niet of onvoldoende wordt vooraf betaald, die vermenigvuldigd wordt met 2,25, mag in de vennootschapsbelasting voortaan niet lager zijn dan 3%.  In de praktijk betekent dit dus een belastingverhoging van minstens 6,75%. De de-minimis regel van artikel 163 WIB 1992 die geen belastingvermeerdering oplegt wanneer de vermeerdering bepaalde grenzen niet overschrijdt, geldt eveneens niet langer in de vennootschapsbelasting.

Het is voor komend jaar weer van het grootste belang dat voldoende vooraf wordt betaald, wilt u de boeterente van 6,75% vermijden.