Teneinde de werkgelegenheid, de productie en de koopkracht van de werknemers op peil te houden, hebben de Vlaamse en Federale Regering een aantal steunmaatregelen uitgewerkt ter ondersteuning van de ondernemingen in deze crisis.
Niet enkel de toegenomen energiekost zal worden gecompenseerd, maar ook de gekende maatregelen zoals het overbruggingsrecht worden in een nieuw jasje gestoken.
Ondernemingen die in 2021 minstens een bedrag van 7.500,00 euro aan energiekosten hebben betaald, komen in aanmerking voor een steun van 25% op de energiemeerkost, doch beperkt tot 80% van hun operationele verlies en tot 500.000,00 euro per kwartaal.
Energie-intensieve ondernemingen kunnen op een steun van 30% op de energiemeerkost rekenen, beperkt tot 80% van hun operationele verlies en maximaal 4.000.000,00 euro per kwartaal.
Ondernemingen in gevoelige sectoren kunnen dan weer op een steun rekenen van 35% op de energiemeerkost, beperkt tot 80% van hun operationele verlies en tot maximaal 7.500.000,00 euro per kwartaal.
Om in aanmerking te komen voor deze steunmaatregel, zal de onderneming dienen te bewijzen dat ze voor de crisis voldoende gezond was en de operationele verliezen op vandaag te wijten zijn aan de energiecrisis.
In het jaar dat de steun wordt aangevraagd mogen er geen dividenden worden uitgekeerd en mag er slechts voor 35% van de tewerkstelling in dezelfde periode van het jaar gebruik maken van de tijdelijke werkloosheid.
Van zodra deze steun kan worden aangevraagd, zullen wij u hieromtrent informeren.
De Federale Regering besliste dan weer een uitstel van betaling toe te staan van sociale bijdragen, alsook op fiscaal vlak.
Voor het vierde kwartaal 2022 kan er betalingsuitstel worden aangevraagd voor de sociale bijdragen. Hiervoor dient er voor 15/12/2022 een aanvraag ingediend.
De voorwaarden voor dit betalingsuitstel zijn dezelfde als deze voor de aanvraag tot vrijstelling van de sociale bijdragen.
De bijdrage van het vierde kwartaal is dan uiterlijk te betalen tegen 15/12/2023.
Dit uitstel kan ook de vorm aannemen van een afbetalingsplan.
Let wel, indien er een uitstel wordt gevraagd, kan de VAPZ voor het jaar 2022 niet langer fiscaal in mindering worden gebracht.
Ook op fiscaal vlak kan er een uitstel van betaling of een afbetalingsplan worden toegestaan voor fiscale schulden. Meer informatie hieromtrent is nog niet beschikbaar. Wij houden u uiteraard stipt op de hoogte.
Er kan ook een vrijstelling voor de sociale bijdragen van het vierde kwartaal van 2022 worden aangevraagd.
Hiervoor dienen volgende zaken worden aangetoond:
De algemene voorwaarden voor deze steunmaatregel blijven dezelfde in vergelijking met de steun voor de coronacrisis.
Voor de vrijgestelde kwartalen, blijft u in orde voor de kinderbijslag en ziekteverzekering, maar de pensioensrechten gaan verloren.
De zelfstandige die zijn activiteit moet onderbreken of stopzetten ten gevolge van de stijgende gas- en elektriciteitsprijzen in de periode van 01/10/2022 tot en met 31/12/2022, kan aanspraak maken op een overbruggingsrecht.
De zelfstandige activiteit dient voor minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen worden stopgezet omwille van de stijgende energie- en productiekosten en de energiecrisis.
U moet kunnen aantonen dat de verderzetting van de zelfstandige activiteit minder rendabel is ten gevolge van de significante stijging van de productiekosten door de energiecrisis.
Volgende bewijsstukken moeten uw aanvraag staven:
De gekende algemene voorwaarden blijven hetzelfde.
Indien de activiteit wordt onderbroken tussen 01/10/2022 en 31/12/2022, dan worden de uitkeringen voor deze 3 maanden niet aangerekend op de maximumduur van het overbruggingsrecht.
Let wel, nog niet alle voorwaarden voor de regionale steunmaatregelen in het kader van de energiecrisis zijn gekend. Één van de voorwaarden is wel dat de onderneming niet mag gesloten zijn om recht te hebben op diverse regionale steunmaatregelen. Dit wil zeggen dat het overbruggingsrecht niet cumuleerbaar zijn met deze regionale steunmaatregelen.
De gekende overbruggingslening, welke in het leven werd geroepen voor de coronacrisis en de Oekraïnecrisis, wordt nu ook uitgebreid naar de energiecrisis.
Naar aanleiding van deze nieuwe crisis werd de lening uitgebreid. Het maximale ontleenbare bedrag voor kmo’s is opgetrokken tot 750.000,00 euro.
De lening kan worden aangevraagd voor de tegemoetkoming aan de sterk gestegen liquiditeitsnoden in het kader van de energiecrisis.
Het ontleende bedrag mag niet hoger zijn dan 15% van het gemiddelde jaaromzet van de laatste drie jaar, met een maximum van 750.000,00 euro.
Het gaat om zeer voordelige leningen (1,5% interest) waarmee een kleine onderneming tot 200.000,00 euro kan ontlenen en middelgrote ondernemingen maximaal 400.000,00 euro. Voor leningen tot 50.000,00 euro geldt een looptijd van 24 maanden en voor bedragen daarboven is dat 36 maanden. De eerste 12 maanden moeten er geen aflossingen gebeuren.
Heel wat ondernemingen dienen hun productie te verminderen of zelfs stil te leggen aangezien de kostprijs niet meer opweegt tegen de baten.
Met ingang vanaf 01/10/2022 kan er tijdelijke werkloosheid energie worden aangevraagd.
Energie-intensieve bedrijven kunnen voor hun werknemers tijdelijke werkloosheid toepassen indien ze door de te hoge energiekost hun productie moeten stilleggen.
Een energie-intensieve onderneming betreft elke onderneming die aan één van de volgende twee voorwaarden voldoet:
De maximale in aanmerking komende kosten zijn het product van het door de onderneming als eindverbruiker bij externe leveranciers aangekochte aantal eenheden aardgas en elektriciteit over een periode tussen 1 februari 2022 en uiterlijk 31 december 2022 (“de in aanmerking komende periode”) en een stijging van de prijs die het bedrijf per verbruikte eenheid betaalt, die moet worden berekend als het verschil tussen de door het bedrijf betaalde eenheidsprijs per maand in de in aanmerking komende periode en tweemaal (200 %) de gemiddeld door het bedrijf betaalde eenheidsprijs in de referentieperiode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. De hoeveelheden aardgas en elektriciteit die worden gebruikt om de in aanmerking komende kosten te berekenen, mogen niet meer zijn dan 70 % van het verbruik van het bedrijf voor dezelfde periode in 2021.
Alle regels inzake economische werkloosheid zijn van toepassing, behoudens een aantal uitzonderingen.