Nieuwsbericht
Nieuwigheden Q4 2022
Vermindering onroerende voorheffing wegens kinderlast
In het Vlaamse Gewest wordt de vermindering van de onroerende voorheffing op vandaag enkel toegekend met betrekking tot de woning waar minstens 2 kinderen volgens het bevolkingsregister hun woonplaats hebben.
Het Grondwettelijk Hof heeft enkele maanden geleden geoordeeld dat het feit dat de co-ouder die de kinderen op gelijkmatige gedeelde wijze huisvest, geen mogelijkheid heeft om een gedeeltelijke vermindering van de onroerende voorheffing te genieten voor het onroerend goed welke hij betrekt, discriminerend is.
Voortaan zal dan ook een deel van de vermindering van de onroerende voorheffing, waarop de ene co-ouder recht heeft, kunnen worden toegekend aan de andere co-ouder waardoor beide co-ouders aldus vermindering kunnen genieten.
De co-ouder, waarbij de kinderen niet officieel gedomicilieerd zijn, maar wel deels verblijven, zal recht hebben op een deel van de vermindering van de onroerende voorheffing waar de andere co-ouder recht heeft.
Daartoe moeten wel volgende voorwaarden zijn vervuld:
- Ten eerste dient de co-ouder gedomicilieerd te zijn in het Vlaamse Gewest op 1 januari van het betrokken aanslagjaar.
- Ten tweede dient de vermindering uiterlijk op 31 maart van het betrokken aanslagjaar worden aangevraagd bij Vlabel. Nadien zal de vermindering blijvend worden toegepast, zolang de toepassingsvoorwaarden zijn vervuld.
- Ten derde dient de gedeeltelijke huisvesting van het kind worden aangetoond door één van volgende documenten:
- Een overeenkomst die werd geregistreerd op 1 januari van het aanslagjaar of welke werd gehomologeerd door een rechter
- Een rechterlijke beslissing die werd uitgesproken uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar
- Een overeenkomst die uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar tot stand is gekomen bij een erkende bemiddelaar
- Een overeenkomst die door beide ouders uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar is ondertekend
De voorwaarde dat er minstens 2 kinderen moet worden gehuisvest blijft dezelfde.
De vermindering van de onroerende voorheffing waarop een kind recht geeft, zal proportioneel verdeeld worden onder de co-ouders in functie van de periode waarin elke ouder het kind huisvest tijdens het aanslagjaar. Hierbij is het aldus niet noodzakelijk dat het om een gelijkmatig verdeelde huisvesting gaat.
Er zal een forfaitair bedrag van 8 euro per kind, vermeerderd met de gemeentelijke en provinciale opcentiemen, worden toegekend. Deze vermindering zal worden verdeeld tussen de co-ouders op basis van de verdeelde huisvesting.
De vermindering van de onroerende voorheffing voor kinderlast zal ook worden toegepast voor een huurder. De vermindering zal in dat geval worden toegekend op het aanslagbiljet van de eigenaar van de betrokken woning. Die vermindering zal van de huur aftrekbaar zijn.
Langere fiscale termijnen
Vanaf aanslagjaar 2023 (of vanaf 01.01.2023 voor de BTW) worden een aantal controle-, aanslag-, bewaar- en bezwaartermijnen verlengd.
Controle- en aanslagtermijn
De controle- en aanslagtermijn van 3 jaar wordt verlengd naar 4 jaar indien u de aangifte niet of laattijdig indient. In geval van fraude wordt de controle- en aanslagtermijn zelfs verlengd van 7 naar 10 jaar. De fiscus dient u wel voorafgaandelijk schriftelijk in kennis te stellen over de vermoedens van fraude en de intentie om de fraudetermijn toe te passen, alvorens deze te gebruiken.
Bezwaartermijn
De bezwaartermijn van 6 maanden wordt verlengd tot 1 jaar, te rekenen vanaf de derde werkdag na de verzendingsdatum.
Termijnen BTW
De verjaringstermijn bij niet- of laattijdige aangifte van de btw wordt verlengd tot 4 jaar en 10 jaar in geval van fraude. De bewaringstermijn wordt tevens verlengd tot 10 jaar.
Langere bewaartermijn
Naast de fiscale termijnen, werd tevens de bewaartermijn voor boekhoudkundige stukken verlengd van 7 naar 10 jaar. Deze nieuwe termijn geldt zowel voor de BTW als voor de inkomstenbelastingen. De tienjarige termijn gaat in vanaf aanslagjaar 2023, hetgeen wil zeggen dat alle stukken met betrekking tot de boekjaren verbonden aan aanslagjaar 2023 voor 10 jaar dienen bewaard te worden. Concreet betekent dit dat indien uw boekjaar gelijk loopt met het kalenderjaar:
- Alle boekhoudkundige stukken van het boekjaar 2021 dienen bewaard te worden tot 31/12/2028.
- Alle boekhoudkundige stukken van het boekjaar 2022 dienen bewaard te worden tot 31/12/2032.
Dit wil zeggen dat u op 01/01/2023 de boekhoudkundige stukken van boekjaar 2015 mag weggooien, met uitzondering van volgende documenten:
- Investeringsfacturen die afgeschreven worden, dienen tot 7 respectievelijk 10 jaar na het laatste jaar waarin ze zijn afgeschreven, worden behouden.
- Alle stukken in verband met onroerende goederen waarbij de btw werd afgetrokken, moet gedurende 15 of 25 jaar (sinds 1 januari 2019 kan de btw voor 25 jaar worden herzien) te worden bijgehouden.
- In het geval uw vennootschap fiscaal overgedragen verliezen aftrekt, dient de boekhoudkundige stukken van het jaar waarin het verlies zich heeft voorgedaan worden bewaard. Dit ongeacht de termijn die verstreken is.
- Stukken waarvoor een bezwaarprocedure of een gerechtelijke procedure loopt, worden ook best bewaard.
MYCAREER.BE
De overheid heeft een nieuwe website ontwikkeld waar u een overzicht van uw loopbaan in de vorm van een tijdlijn kan vinden. U vindt dit op www.mycareer.be. Zowel al uw actieve periodes (als werknemer, zelfstandige of ambtenaar) en niet-actieve periodes (omwille van werkloosheid, tijdskrediet en moederschapsrust) worden daarop getoond. U vindt een gedetailleerd overzicht van uw loopbaan, inclusief uw activiteit uit studentenarbeid. Onder het tabblad “mijn loopbaanmogelijkheden” vindt u tevens een zicht op een aantal mogelijkheden voor de toekomst.
Op basis van uw persoonlijke loopbaangegevens, wordt u getoond of u in aanmerking komt voor een flexi-job of verenigingswerk.
Mocht u hieromtrent nog vragen hebben, aarzel niet om contact op te nemen met uw dossierverantwoordelijke.