Vanaf 1 juni is verlaagd verkooprecht in Vlaanderen van toepassing

05 juli 2018 Vanaf 1 juni is verlaagd verkooprecht in Vlaanderen van toepassing

Indien men onroerend goed aankoopt, was men in het Vlaams Gewest 10% verkooprecht verschuldigd. In het Waals en Brussels Gewest zelfs 12,50%. Indien men een kleine woning koopt, die voldoet aan de vereisten van het klein beschrijf, is dit 5%, resp. 6%. Vanaf 1 juni 2018 is dit recht in Vlaanderen verlaagd tot 7%, en is het klein beschrijf afgeschaft.

De details van deze wijziging leggen wij u hieronder uit.

Volgens de oude regels gold voor elke aankoop van onroerend goed een verkooprecht van 10%, en 5% voor woningen met een Kadastraal Inkomen kleiner dan 745 euro.

De nieuwe regels houden het volgende in:

Het tarief van 10% blijft behouden en het klein beschrijf en het abattement worden afgeschaft.

Voor elke aankoop van een gezinswoning waar men als koper zelf zal gaan wonen, zal er een uniform tarief zijn van 7%. Voor alle andere aankopen van onroerend goed 10% (dus voor een tweede woning, of een aankoop door een vennootschap). De enige andere gelegenheid dat er een tarief van 7% geheven wordt, is indien de woning voor minstens 9 jaar wordt verhuurd via een sociaal verhuurkantoor.

Indien men ingrijpende energetische maatregelen neemt, gaat er nog een procent van het tarief af (het tarief gaat dan van 7% naar 6%).

Ook de aankoop van een bouwgrond zal altijd plaatsvinden met toepassing van het 10%-tarief.

Abattement

Wie onder het oude recht als natuurlijk persoon een woning koopt, kon onder bepaalde voorwaarden een abattement van € 15 000 krijgen. Dat bedrag wordt dan in aftrek gebracht van de koopprijs, waardoor de koper het verkooprecht van 10 % op een verminderde belastbare grondslag betaalt. Dit abattement werd nog verhoogd tot € 25.000. Daarnaast bestond een renovatie-abattement.

Al die abattementen zijn op 1 juni 2018 opgeheven

Nieuw “abattement”

Bovenop de verlaagde tarieven van 7 % en 6 % kan de koper van een woning onder bepaalde voorwaarden een bijkomende, éénmalige rechtenvermindering krijgen. Die bedraagt € 5 600 (bij toepassing van het 7 %-tarief) of € 4 800 (bij toepassing van 6 % wegens IER), ofwel een abattement van € 80 000.

Er is wel één voorwaarde. De waarde van de woning mag niet hoger zijn dan € 200 000. Voor woningen in kernsteden of in de Vlaamse Rand (rond Brussel) geldt een verhoogde bovengrens van € 220 000.

Ook de meeneembaarheid van (een deel van) de registratierechten blijft behouden, maar het mee te nemen bedrag zal worden geïndexeerd (dit bedrag is nu nog altijd € 12.500, maar zal in stappen van € 500 worden geïndexeerd).

Het is van belang om te weten dat er geen overgangsregeling is. Een onderhandse akte die dateert van voor 1 juni valt onder de oude regels, en een die dateert van na 1 juni onder de nieuwe.