19 april 2017 Tijdelijke regularisatie schenk – en erfbelasting in Vlaanderen van start
Sinds 6 maart is het in het Vlaams Gewest mogelijk om – in navolging van de federale fiscale regularisatie voor personenbelasting en vennootschapsbelasting – niet-betaalde erf – of schenkbelasting te regulariseren.
Tarief
Wat de ‘niet-verjaarde bedragen’ betreft, bedraagt het tarief van de te betalen Vlaamse regularisatieheffing inzake erfbelasting 35 % voor verkrijgingen in rechte lijn of tussen partners, en 70 % in alle andere gevallen; inzake registratiebelastingen bedraagt het tarief 20 %.
Voor de ‘verjaarde bedragen’ gaat het in beide gevallen om een tarief van 37 % dat per jaar met 1 % verhoogt, zodat het uiteindelijk 40 % bedraagt in 2020 (dit zijn overigens dezelfde tarieven als deze die gelden in het kader van de federale regeling wat de ‘fiscaal verjaarde kapitalen’ betreft).
Daarnaast zullen verminderingen, vrijstellingen of andere gunstmaatregelen die bij een ‘reguliere’ belastingheffing van toepassing zouden kunnen zijn, niet toegekend worden aan regulariserende belastingplichtigen die van deze regeling gebruik zullen maken.
Verjaring
Gelet op de verschillende tarieven tussen verjaarde en niet verjaarde bedragen, is het van belang om te weten wanneer men met welke soort aangifte te maken heeft. De regels zijn de volgende:
- De erfbelasting verjaart vijf jaar vanaf de overlijdensdatum;
- De registratiebelasting verjaart vijf jaar vanaf de dag van de registratie van de akte of vanaf de dag waarop de termijn voor aanbieding tot registratie verstrijkt;
- Die verjaringstermijnen worden met vier jaar verlengd wanneer er sprake is van fraude;
- Er is een afwijkende regeling voor de successie- en registratierechten, waarvan de vroegere (federale) verjaringstermijnen nog niet verstreken waren op 31 december 2014. Deze kunnen nog ingevorderd kunnen worden tot 31 december 2019 of bij bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden zelfs tot 31 december 2023.
- In de ‘federale’ regeling geldt een algemene verjaringstermijn van tien jaar. Als die termijn van tien jaar nog niet verstreken was op 31 december 2014, worden deze regularisaties behandeld door het Vlaams Gewest en zal er inzake Vlaamse erfbelastingen dus slechts sprake zijn van ‘verjaarde’ bedragen vanaf 1 januari 2020 (en pas vanaf 1 januari 2024 in geval van bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden).
Toepassingsgebied
Het grootste verschil tussen de Vlaamse en Belgische regeling is, behalve uiteraard het toepassingsgebied, de duur van de regeling. Daar waar de federale regeling voorziet in een ‘permanente’ regularisatiemogelijkheid, is de Vlaamse regeling slechts tijdelijk. Er zal namelijk slechts tot uiterlijk 31 december 2020 een regularisatieaangifte worden ingediend. Ook kan er slechts een regularisatieaangifte gedaan worden voor inbreuken die vóór 1 augustus 2016 begaan zijn.
Zowel in de federale als in de Vlaamse regeling gaat het om een ‘eenmalige’ mogelijkheid. Wie in het kader van de federale regeling (zoals van toepassing sinds 1 augustus 2016) al een regularisatieaangifte heeft ingediend, kan nadien geen nieuwe federale aangifte meer indienen. Hetzelfde geldt in de Vlaamse regeling. Een regularisatie in de ene regeling sluit daarentegen een regularisatieaanvraag in de andere regeling niet uit.
De aanvragen zullen ingediend kunnen worden bij het (federale) Contactpunt Regularisaties, en dit voor beide regularisaties.
Niet-uitsplitsbare bedragen
Ingeval er sprake is van te regulariseren bedragen waarvan niet meer aan kan worden getoond of deze op federale dan wel Vlaamse materie betrekking hebben, is er een aparte regeling uitgewerkt in een samenwerkingsakkoord tussen de betrokken regeringen. Dit akkoord spreekt over verjaarde ‘niet-uitsplitsbare’ bedragen, maar moet nog gepubliceerd worden.
De verjaring waarvan in dit geval sprake is, is een andere dan die gehanteerd wordt in de regularisatieaangifte zelf, zoals we hierboven zagen. Er is namelijk sprake van verjaring als de termijn voor het indienen van een aangifte van nalatenschap verstreken is “sedert meer dan tien jaar vóór de datum waarop de regularisatieaangifte wordt ingediend”. Deze tien jaar is gebaseerd op het feit dat bankafschriften na tien jaar niet meer bewaard moeten worden, en het dus onmogelijk is om de oorsprong van de gelden te achterhalen. Dergelijke bedragen worden 50-50 opgesplitst tussen de federale en de Vlaamse fiscus, en nadien wordt elk deel volgens zijn eigen regels behandeld. Het gevolg hiervan is dat de 50% die toegewezen wordt aan het Vlaams Gewest, voor de opsplitsing als verjaard kan worden beschouwd, maar voor de vaststelling van het effectieve tarief nog als niet-verjaard kan worden behandeld.
Daarnaast zijn er nog samenwerkingsakkoorden met betrekking tot de relatie tussen het Brusselse of Waalse Gewest en de federale fiscus, maar hierover uitweiden zou ons te ver voeren.
FAQ
De Vlaamse Belastingdienst heeft een FAQ gepubliceerd met de meest gestelde vragen over deze regeling. Deze zal nog aangevuld worden met antwoorden betreffende het samenwerkingsakkoord met de federale belastingadministratie. Vanzelfsprekend houden wij u hiervan ook op de hoogte.
Heeft u nog vragen over deze materie, aarzelt u dan niet om ons hierover te contacteren.