21 december 2012 Regeling hoofdelijke aansprakelijkheid voor (onder)aannemers vernieuwd
Opdrachtgevers en (onder)aannemers zijn hoofdelijk aansprakelijk wanneer hun (onder)aannemer fiscale of sociale schulden heeft op het ogenblik van de contractsluiting. Zij kunnen daaraan ontsnappen door 35 % voor sociale schulden en 15 % voor fiscale schulden in te houden op de facturen en door te storten aan de RSZ en de fiscus als op het ogenblik van betaling blijkt dat er sociale of fiscale schulden zijn. Dat laatste kan gecontroleerd worden via een publiek toegankelijke databank (te consulteren op de website www.socialsecurity.be – doorklikken naar de pagina van de ‘zelfstandigen’ – artikel 30 bis- inhoudingplicht).
De hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden is van toepassing op de bouwsector. Maar dit moet ruimer gezien worden dan de ondernemingen die vallen onder het Paritair Comité 124 voor het bouwbedrijf.
Het betreft alle ondernemingen die ‘werk in onroerende staat’ leveren. De programmawet van 29 maart 2012 heeft ook de mogelijkheid gecreëerd om het toepassingsgebied uit te breiden bij koninklijk besluit met onder meer de vleessector, de horeca en de bewakingsdiensten. Tot op vandaag is dit nog niet het geval, maar dit valt wel te verwachten.
De regeling is niet van toepassing op de opdrachtgever-natuurlijke persoon die de bedoelde activiteiten uitsluitend voor privédoeleinden laat uitvoeren.
Nieuw vanaf 16 april 2012 is de subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid. Dit houdt in dat als een hoofdelijke aansprakelijke onderaannemer de sociale of fiscale schulden van zijn medecontractant niet of niet volledig betaalt, de (onder)aannemers die boven een in gebreke blijvende (onder)aannemer zitten in de productieketen hoofdelijk aangesproken worden voor de betaling van de sociale schulden.
De subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid wordt in de eerste plaats toegepast in hoofde van een aannemer die een beroep heeft gedaan op een onderaannemer die de bedragen die van hem in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid worden gevorderd, niet of niet volledig heeft betaald. Vervolgens wordt een getrapte (sociale regeling) of chronologische (fiscale regeling) aansprakelijkheid toegepast ten opzichte van de in een voorafgaand stadium tussenkomende aannemers, wanneer de eerst aangesproken aannemer nalaat de bij hem gevorderde bedragen binnen 30 dagen na betekening van een dwangbevel te vereffenen.
Voorbeeld
Aannemer A doet beroep op een onderaannemer B, die op zijn beurt een beroep doet op onderaannemer C. Onderaannemer C contracteert met een onderaannemer D die op het ogenblik van contractsluiting en de betaling van de factuur sociale en fiscale schulden heeft. De fiscus en/of de RSZ zullen in eerste instantie de hoofdelijke aansprakelijkheid van C inroepen als die de inhoudingen op de factuur niet heeft gedaan. Als C vervolgens nalaat de gevorderde schulden van D te voldoen, kunnen de fiscus en de RSZ nu ook B aanspreken voor de betaling van de schulden van D. Betaalt B niet, dan kan vervolgens A worden aangesproken tot betaling van de schulden van D.
Van belang is dat de subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid niet geldt in hoofde van de opdrachtgever. De opdrachtgever kan dus enkel hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de fiscale en sociale schulden van zijn aannemer-medecontractant, maar niet van na zijn medecontractant komende onderaannemers.
Een volledige nieuwe regeling is de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de loonschulden. De regeling zal van toepassing zijn op werken of diensten die worden vastgelegd bij Koninklijk Besluit. De eerste Koninklijke Besluiten worden verwacht in de loop van 2013. Tijdens de parlementaire bespreking werd verwezen naar de bouwsector, de vleessector, de schoonmaaksector en de transportsector als sectoren waarvoor de regeling van toepassing zou kunnen worden. Dat belet uiteraard niet dat de hoofdelijke aansprakelijkheid ook in andere sectoren ingevoerd kan worden. De regeling is hier ook niet van toepassing indien de opdrachtgever een natuurlijke persoon is, die de bedoelde activiteiten uitsluitend voor privédoeleinden laat uitvoeren.
De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de loonschulden zal toegepast worden wanneer blijkt dat een (onder)aannemer op zwaarwichtige wijze tekortschiet in zijn verplichting om aan zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop zij recht hebben. Er zal sprake zijn van een dergelijke tekortkoming wanneer een loon wordt betaald dat minder is dan het laagste loonbarema dat geldt voor de betrokken sector of indien er loonachterstallen zijn.
De hoofdelijke aansprakelijkheid zal niet gelden voor loonachterstallen die dateren van vóór de aanvang van de periode van hoofdelijke aansprakelijkheid.
De hoofdelijk aansprakelijke is verplicht om binnen vijf werkdagen het verschuldigde loon te betalen als hij daartoe bij aangetekend schrijven is aangemaand door hetzij de inspectie, hetzij door één der betrokken werknemers.