27 november 2013 BTW-plicht van advocaten vanaf 01/01/2014: praktisch
Geachte Meester
Graag wensen we u verder te informeren betreffende de BTW-plicht van advocaten, welke in voege gaat op 1 januari 2014.
Aanvraag btw-nummer
Bij deze wensen we u te informeren dat het btw-identificatienummer reeds vóór 15 december 2013 moet aangevraagd worden. Dit dient te gebeuren via het aanvraagformulier 604A. Dit formulier kan opgevraagd worden via www.myminfin.be – doorklikken naar ‘MyMinfin zonder authentificatie’, daarna ‘Formulieren’ aanduiden en in het zoekscherm ‘604A’ intypen.
Het ingevulde formulier dient opgestuurd te worden naar het juiste btw-controlekantoor. Het juiste kantoor kan u terugvinden via onderstaande website:
http://annuaire.fiscus.fgov.be/qw/inputcom.php?co_competence=23011&lang=nl
Indien u wenst dat wij deze formaliteit in orde brengen, gelieve ons dit per kerende te laten weten.
Dit btw-identificatienummer dient meegedeeld te worden aan uw leveranciers, aan uw klanten en moet bovendien worden vermeld op alle contracten, facturen, bestelbons, verzendingsnota’s en andere stukken met betrekking tot de economische activiteit.
Gelieve ook van de gelegenheid gebruik te maken om te controleren of uw vestigingseenheid in het KBO correct is opgenomen.
Bijzondere regeling voor advocaat-medewerkers en advocaat-stagiairs
Als advocaat-medewerkers of advocaat-stagiairs geen andere met btw belaste activiteiten verrichten, dan de diensten verstrekt aan het advocatenkantoor waarvoor ze werken, kunnen ze voor deze regeling kiezen.
De heffing van de btw zal dan verlegd worden naar de medecontractant (nl. het kantoor van tewerkstelling van de advocaat-medewerker of advocaat-stagiair). Het advocatenkantoor zal in naam en voor rekening van de advocaat-medewerker of -stagiair een factuur opmaken (verplicht self bill).
Deze regeling heeft wel tot gevolg dat er dan ook geen recht op aftrek kan uitgeoefend worden.
Het hierboven besproken formulier 604A dient ook ingevuld te worden. Wanneer voor deze bijzondere regeling gekozen wordt, dient het btw-controlekantoor hierover ingelicht te worden. Dit kan door het vak 7 “Bijzondere regeling zonder indiening van btw-aangiften” aan te kruisen in het kader III, B van het document 604A.
Enkele belangrijke bepalingen uit de circulaire nr. AAFisc 47/2013 (E.T.124.411) dd.20/11/2013
Overgangsmaatregelen:
- Erelonen die u in 2014 zal ontvangen en betrekking hebben op prestaties die uiterlijk op 31 december 2013 verricht zijn, zullen nog onder de btw-vrijstelling vallen voor het gedeelte dat betrekking heeft op het jaar 2013 op voorwaarde dat u een gedetailleerde ereloonnota opmaakt en u deze uiterlijk op 31 januari 2014 uitreikt.
- Voor doorlopende prestaties in 2013 en 2014 dient uiterlijk op 31 januari 2014 een factuur opgemaakt te worden om te kunnen genieten van de vrijstelling voor het deel van de dienstprestaties die materieel verricht werden vóór 2014.
- Vooruitbetalingen, ontvangen tot en met 31 december 2013 blijven vrijgesteld van btw indien ze duidelijk kunnen worden toegewezen aan gedetailleerde advocatenprestaties en zij er niet hoofdzakelijk op gericht zijn om de latere btw-heffing te vermijden.
- Bij diensten aan particulieren die volkomen voltooid zij vóór 1 januari 2014, maar geheel of gedeeltelijk nog niet betaald zijn, blijft voor het niet-betaalde gedeelte de vrijstelling van btw toch van toepassing op voorwaarde dat aan de particulier uiterlijk op 31 januari 2014 een gedetailleerde factuur wordt uitgereikt.
Andere:
- In oktober was het nog niet duidelijk of er btw op pro deo vergoedingen dient aangerekend te worden. Ondertussen is de circulaire verschenen, waarin is opgenomen dat de sommen die door de FOD Justitie worden uitbetaald inzake pro deo-rechtsbijstand en als bijdrage door rechtzoekenden aan btw onderworpen zijn tegen het nultarief.
- Bij diensten die verricht worden voor de overheid is de btw slechts opeisbaar op het tijdstip waarop de bevoegde overheid instemt met het bedrag van de kosten en erelonen. De bevoegde overheid moet een schriftelijke kennisgeving versturen met vermelding van de datum van de goedkeuring en het goedgekeurde bedrag.
- Er wordt door de btw-administratie aanvaard dat de omschrijving van de diensten op de factuur beperkt blijft tot de vermelding dat het om diensten van advocaten gaat, gevolgd door de vermelding dat de handeling kadert in de professionele of privé-activiteiten van de klant.
Inventaris
Voor de recuperatie van de historische btw dient bij het btw-controlekantoor een inventaris ingediend te worden, ten laatste 20 dagen vóór de uiterlijke indieningsdatum van de eerste periodieke btw-aangifte waarin de aftrek van historische btw wordt uitgeoefend. Dit is 31 januari 2014 voor de maandaangevers en 31 maart 2014 voor de kwartaalaangevers.
Dit recht op aftrek kan uitgeoefend worden bij wijze van:
- regularisatie, voor de andere goederen en diensten dan bedrijfsmiddelen, die nog niet werden gebruikt of verbruikt op 1 januari 2014;
- herziening, voor de bedrijfsmiddelen die op 1 januari 2014 nog bestaan, voor zover die goederen nog bruikbaar zijn en de termijn bepaald bij artikel 48, § 2, van het Wetboek nog niet is verstreken.
Het is mogelijk om terug te gaan tot 1 januari 2011 voor de regularisatie van niet-bedrijfsmiddelen die nog niet werden gebruikt of verbruikt op het tijdstip van de wijziging van de belastingregeling.
Een voorbeeld hiervan is factuur van expertise, met toepassing van btw, die in 2013 wordt uitgereikt aan een advocaat, die dienstig is voor een procedure in 2014.
De btw geheven op bedrijfsmiddelen kan gerecupereerd worden wanneer de herzieningstermijn van 15 jaar (onroerende bedrijfsmiddelen) of 5 jaar (andere investeringen) nog niet verstreken is voor zoveel 15den of zoveel 5den als er nog jaren te lopen zijn van de herzieningstermijn die begon op 1 januari van het jaar van de investering.